Page 5 - VA06_2021
P. 5
De onderwaard ering van het water
“Als we niks doen dan krijgen we hier
een hele grote IJsseldelta en in Epe in
de wijk Klaarbeek met regelmaat water
tot aan het keukenraam. Hogerop op
de Veluwe zal de natuur verarmen door
verschraling en verdroging.”
Het is het doemscenario dat Henri Slijkhuis schetst als we
in deze regio geen stappen nemen voor wat betreft onze
waterhuishouding. “Het is nog niet te laat. We kunnen er nog
wat aan doen, maar het begint met bewustwording en ken-
nis. Bij de overheid en bij de burger.” We horen doorlopend
alarmerende berichten over het milieu. Verstoring van de
waterhuishouding is een van de problemen waar we hier op
de noordelijke Veluwe mee te maken hebben. “We zijn er nog
steeds op gericht dat we het water zo snel mogelijk via onze
beken en sloten afvoeren richting het kanaal en de IJssel.
Verdroging is een serieus probleem. De omslag in denken gaat
te langzaam.”
Henri Slijkhuis is auteur van het boek ‘Milieubederf in his-
torisch perspectief 1500-heden’, eindredacteur van ‘Wijerd’,
het verenigingsblad van de Bekenstichting en bijna zijn hele
werkzame leven als project- of teamleider werkzaam geweest
bij de provincie Overijssel, met Landbouw, Natuur en Milieu
in zijn portefeuille.
De gemeenten Epe en Heerde tellen van Vaassen tot aan Wa-
penveld zo’n twintig beken, die grofweg van de hogere zand-
gronden richting De Grift en het Apeldoorns Kanaal stromen.
Zestien daarvan zijn zogenaamde sprengenbeken: gegraven
door de mens om het water te kanaliseren voor voorname-
lijk industriële werkzaamheden, zoals papierindustrie. Vier
beken, waaronder De Verloren Beek en De Egelbeek, zijn
natuurlijk ontsprongen beken, die hun eigen weg richting De
Grift hebben gevonden. De dorpen in deze regio zijn allemaal
ontstaan met dank aan het water van deze beken. “Een groot
deel van de nijverheid in deze omgeving had te maken met
de beken. De papierindustrie, maar ook korenmolens en de
latere wasserijen, maakten gebruik van het schone water.
Daarnaast had je nog aanverwante werkzaamheden, zoals
het onderhoud aan de beken, maar ook timmerlui die bijvoor-
beeld de watermolens moesten bouwen en onderhouden.”
Wijerds
Na 1850 nam de afhankelijkheid van de beken af en dat had
Henri Slijkhuis: “Verdroging is een serieus probleem. De om-
slag in denken gaat te langzaam.” tot gevolg dat er ook minder naar omgekeken werd. “In 1850
werd nog vier keer zoveel water door de beken afgevoerd als
op dit moment en dat terwijl het tegenwoordig niet minder
VA-KRANT DUURZAAMHEID | 5