Page 4 - VA08_2020
P. 4
Kleinschalig durven denken
In de bosbouwsector verdwijnt de
kennis in een rap tempo. En dat tegen
de achtergrond van een veranderend
klimaat met als reactie daarop de vraag
naar meer biodiversiteit in het bos.
“Boompje kennen, bodempje kennen.
Goed kijken en soms gewoon proberen.
Dat is het geheim”, aldus Epenaar
Rob Philipsen en Vorchtenaar George
Borgman.
Rob is beheerder van de Gemeentebossen in Epe en George
mag zich adviseur Bosecologie, Bosontwikkeling en Urban
Forestry noemen. Ze willen voorkomen dat dit een verhaal
van ‘oude mannen’ en ‘vroeger was alles beter’ wordt, maar
gedurende het interview komt steeds weer naar voren dat
veel kennis is verdwenen of dreigt te verdwijnen. “Je kunt niet
alles in een opleiding leren. Het is ook vaak gewoon een kwes-
tie van proberen en vooral goed kijken. Hoe komt het dat op
bepaalde plekken in het bos de ene boom het beter doet dan
de andere? Heeft het te maken met de bodemgesteldheid, is
het de wind, de droogte? Het zijn allemaal vragen die als het
ware door het bos zelf worden beantwoord”, zegt Rob. “Neem
de fijnspar. Die boom is onbetrouwbaar in het Nederlandse
klimaat. Ik zag het 45 jaar geleden al in Drenthe. Wij planten
de fijnspar daarom niet aan. Europese lariks heeft min of
meer vergelijkbare problemen. Deze planten we nog wel,
maar alleen niet in grote groepen. Pluksgewijs in het kader
van diversiteit.”
Meerwaarde
Rob is pionier in de kleinschalige aanplant, ook in de tijd dat
veel boseigenaren en organisaties het spoor van bijna uit-
sluitend natuurlijke verjonging opgingen. Als bosbeheerder
in hart en nieren, met 40 jaar ervaring, heeft hij er zich altijd
tegen verzet. Hij is nadrukkelijk op zoek naar evenwicht tus-
sen natuur, recreatie en oogst. Deze middag, begin augustus,
stijgt de temperatuur boven de 35 graden Celsius. Hij komt
net terug van vakantie, maar staat te popelen om te kijken
hoe de jonge aanplant esdoorn de droogte van de afgelopen
weken heeft overleefd. Een kijkje ter plekke toont aan dat
de bomen het geweldig doen. Sommige zijn nu al voorbij
de 2 meter. Het perceel is in het voorjaar aangeplant door
schooljeugd in het kader van een educatieproject. Uiteinde-
lijk hoopt Rob Philipsen dat op termijn een tiental volwas-
sen esdoorns overblijven, die vervolgens een hoogwaardige Rob Philipsen (links) en George Borgman: “Veel vragen wor-
toepassing in de timmer- of meubelindustrie vinden. “De ge- den door het bos zelf beantwoord.”
wone esdoorn is een geweldige boom voor het bos. De boom
scoort goed op het gebied van strooisel, klimaatverandering
4 | MENS & WERK VA-KRANT